Historische sprokkels

De stichtingsvergadering had plaats in het Deins stadhuis op 21 november 1928. De 20 aanwezigen beoogden een “culturele” kring op te richten “buiten en boven alle politieke en filosofische meningsverschillen”. De wintermaanden werden benut om voldoende leden te rekruteren en op 27 februari 1929 kwam de eerste beheerraad samen om de kring de vorm te geven van vzw. Het is ook die datum die naderhand gebruikt zal worden als referentiedatum voor allerlei jubilea. 27 februari is ook de richtdatum waarop de Algemene Vergadering georganiseerd wordt, met de voorstelling van het nieuwe jaarboek en de opening van de jaarlijkse tentoonstelling in het Museum. De bedoeling van de initiatiefnemers ging verder dan een loutere kring voor Geschiedenis. Dat lag ook besloten in de naamkeuze “Kunst-en Oudheidkundige Kring”. Een van de stichters verduidelijkte later het waarom van deze benaming: “omdat we uitdrukkelijk wensten vast te leggen, dat onze kring, in tegenstelling met de toen bestaande oudheidkundige kringen, die zich meestal uitsluitend met oudheidkunde en plaatselijke geschiedenis bezig hielden(folklore inbegrepen) zich eveneens wenste te ontplooien op het gebied der plastische kunsten”. De inplanting van Deinze in de Oost-Vlaamse Leiestreek, waar talrijke kunstenaars zich thuis voelden, was daar zeker niet vreemd aan. Anderzijds bracht het feit dat Albert Saverijs tot de stichters behoorde een sterke band tot stand tussen de vele vrienden-kunstenaars van Saverijs en de nieuwe kring.


De KOK in 1943. Staand van links naar rechts: Luc Matthijs, Gaston de Jonghe, Raymond Goossens, Achiel Cassiman, Leon Pauwels,
Remi de Meyer, Hugo Van den Abeele, Lucien Lagrange, Achiel Colle, Jules Bruneel, Hubert Malfait (Commissie Museum) en Achiel Voet.
Zittend van links naar rechts: Gaston Baert, Albert Saverijs, Leon De Clercq (Schepen), Henri Wijnants, Jules De Coster, Jozef van Risseghem (Burgemeester), Herman Bruwaert (Schepen), Werner Malfait (Stadssecretaris) en Carlos Maere. (Foto Studio Claerhout)


Totnogtoe kende de Kring 6 voorzitters.

De eerste voorzitter werd Jules De Coster ( Geraardsbergen 18-10-1883 - Gent 20-05-1972)

Als belastingontvanger kwam hij in contact met alle gezindten, terwijl hij zich als inwijkeling nooit in de vroegere stedelijke controverses had verbrand: het maakte hem tot de geknipte kandidaat om de nieuwe vereniging te leiden. Persoonlijk ging zijn interesse vooral uit naar het schilderkunstig patrimonium van de Leiestreek, waar hij een Servaes en een Saverijs en vele anderen tot zijn vrienden telde. Na zijn middelbare studies aan het Gentse Atheneum was hij enkele jaren leerling van Jean Delvin aan de Gentse Academie, en zijn leven lang greep hij graag naar het penseel, waarmee hij niet onverdienstelijk wist om te springen. Zijn meeste vrije tijd ging echter naar de nieuwe vereniging, die hij gedurende meer dan 35 jaar zou leiden. Pas op 22 juni 1964 nam hij ontslag, toen hij de 80 reeds voorbij was.


Jules De Coster (tekening van René De Pauw)

Luc Matthijs (Deinze 17-06-1902 – Leuven 28-07-1977) werd op de bestuursvergadering van 22 juni 1964 met handgeklap van de aanwezigen tot nieuwe voorzitter verkozen.
Luc Matthijs en echtgenote Germaine De Clercq in 1960, Molièrelaan Brussel Die uitverkiezing was voor de hand liggend: hij was als medestichter al die jaren een van de meest drijvende krachten van het bestuur. Hij studeerde Rechten aan de Leuvense Alma Mater en vestigde zich als jong advocaat te Deinze. Zijn culturele en sociale bewogenheid was reeds manifest aanwezig in zijn bewogen studententijd als voorman van AKVS. Dit maatschappelijk engagement leidde als vanzelf naar de politiek, waar hij als Vlaams-nationalist in 1932 VNV-Provincieraadslid werd en in 1933 VNV-gemeenteraadslid en schepen te Deinze. In 1941 huwde hij Germaine De Clercq, dochter van zijn collega-schepen Leon De Clercq.
Vermits hij als schoonzoon niet samen kon zetelen met zijn schoonvader, werd dit voor hem het einde van de actieve lokale politiek. In de naoorlogse periode bouwde hij het textielbedrijf van zijn schoonvader uit tot een modern en goeddraaiend bedrijf. Het gaf hem ook de financiële armslag om er een schare van vrienden op na te houden en hen in moeilijke momenten bij te springen. Tot aan zijn plots overlijden, kort nadat de Kring hem huldigde bij zijn 75ste verjaardag, was hij de spil waarrond de hele werking draaide.

Logo
Bij de voorzitterswissel van februari 1996 werden door het bestuur enkele innovaties doorgevoerd: de naam van de Kring werd lichtjes gewijzigd, het formaat van het jaarboek werd aangepast, het Contactblad kreeg een nieuw jasje om… en er werd ook gebruik gemaakt van een nieuw logo. In dit concept van Willy Saverijs zitten drie elementen verweven: onderaan de Leie, als verbindingsteken tussen twee Deinse monumenten, het Museum en de Onze-Lieve-Vrouwekerk, die via de artistieke vrijheid op één plan gebracht zijn. In dit logo zijn Geschiedenis en Kunst gekoppeld, wat ook een verwijzing inhoudt naar de uitgesproken bedoeling van de stichters van de Kring, die hun historische belangstelling paarden aan een diepgaande interesse voor de rijkdom van de plastische kunst die in deze Leiestreek het licht zag. En zo betekent vernieuwing geenszins een revolutie, maar een aggiornamento met respect voor de traditie.
Sedert begin 2017 worden op initiatief van de nieuwe voorzitter, Morgan De Dapper, een nieuwe roepnaam en een nieuw logo voor de kring gebruikt. De nieuwe roepnaam is 'Dunsa' (de oudst bekende naam van Deinze); het nieuwe logo verwijst meer uitgesproken naar de Geschiedenis, de Kunst en het Erfgoed van Deinze en de Leiestreek.

Herman Maes (°Sint-Niklaas 4-08-1926 - Deinze 2-02-2009) nam op 10 oktober 1977 de fakkel over. Hij studeerde Germaanse Filologie aan de RUG. En startte zijn loopbaan als leraar in 1950 aan het Atheneum te Deinze. Toen hij in 1953 aan de Leieboorden te Astene kwam wonen werd hij algauw betrokken in het culturele en later ook politieke leven van de Leiestreek. Hij ontpopte zich als één van de ijverigste publicisten van de kring. Ook als zijn werkterrrein zich verlegde naar Gent (Hoger Onderwijs) en Brussel (Secretaris van de Vaste Raden voor het Hoger Onderwijs) bleef hij de actieve spil van de kring. Op het 11 e Tweejaarlijks colloquium van het Oost-Vlaams Verbond van Kringen voor Geschiedenis, op 21 oktober 1995 te Zottegem, werd hij laureaat van de De Potter-Broeckaertprijs.

Herman Maes en Willy Jonckheere: erevoorzitter en voorzitter van de KOK, Het Volk 6 juni 1996 In het licht van zijn 70 e verjaardag vond H. Maes dat de tijd gekomen was om een stapje terug te zetten. Op de bestuursvergadering van 19 februari 1996 werd hem de titel van erevoorzitter toegekend, nadat de vergadering zijn opvolger had aangeduid in de persoon van:

Willy Jonckheere (°Poperinge 27-02-1942). Deze studeerde aan de KUL Moderne Geschiedenis en begon in 1966 zijn loopbaan als leraar Geschiedenis en Esthetica aan het Sint-Hendrikscollege (en Vrij Handelsinstituut) te Deinze. Nadat hij in 1969 in Astene kwam wonen is hij gaandeweg actief betrokken geraakt in het cultureel leven van de stad. Sinds 1997 op rust, als leraar en als pedagogisch begeleider Geschiedenis voor het diocees Gent, richt zijn activiteit zich sindsdien in hoofdzaak op de werking van de kring.

Luc Goeminne
In mei 2014 nam Willy Jonckheere ontslag als voorzitter. Hij werd op dat ogenblik opgevolgd door de ondervoorztter Luc Goeminne. Deze stelde echter dat hij het voorzitterschap slechts voor een beperkte periode zou waarnemen tot er een nieuwe voorzitter zou gevonden worden.

Morgan De Dapper
Morgan DE DAPPER Geboren te Deinze 17/07/1947; jeugd te Petegem-aan-de-Leie.
Van 1959 tot 1965 studeerde hij Grieks-Latijnse Humaniora aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze. In 1969 promoveerde hij als licentiaat licentie Wetenschappen, groep Aardrijkskunde aan de toenmalige Rijksuniversiteit Gent. Vanaf 1965 was hij verbonden aan de RUG (nu Ugent) waar hij in 2012 ere-gewoon hoogleraar werd. Van 1972 tot 1976: Universitaire Technische Samenwerking aan de Université Nationale du Zaire (huidige RDC) te Lubumbashi; lesgeven en terreinwerk voor doctoraat over de geomorfologie in de omgeving van Kolwezi (Shaba, nu terug Katanga). In 1978 doctoreerde hij in de Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Gent en van 1978 tot 1990 deed hij terreinonderzoek en onderwees hij in de tropische geomorfologie met toepassing in de bodemkartering. Hij deed onderzoek in Marokko, Kameroen, Zimbabwe, Madagascar, Maleisië, Vietnam, Brazilië. Van 1990 tot heden deed hij terreinonderzoek en gaf hij onderwijs in de geo-archeologie van tropische en mediterrane streken. Onderzoek in Portugal, Spanje, Italië, Albanië, Griekenland, Turkije, Syrië, Jordanië, Bahrein, Iran, Oezbekistan, eiland Socotra (Jemen), Egypte, Soedan, Argentinië, het Paaseiland (Chili). Momenteel is hij bezig met geo-archeologisch onderzoek in Deinze en de Leiestreek.
1989: verkozen tot lid van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen/Académie Royale des Sciences d’Outre-Mer
2005: Voorzitter van de KAOW/ARSOM
2005 – 2013: Secretaris-generaal van de International Association of Geomorphologists

Zetel van de vereniging
Een kring moet kunnen beschikken over een vaste stek.
Aanvankelijk had men een onderkomen gevonden in een gebouwtje op de binnenkoer van het Deins stadhuis. Was de vereniging pluralistisch, het belette geenszins dat de relaties met de opeenvolgende overheden optimaal verliepen, en dit tot op de dag van vandaag.
De ijverige bestuursleden organiseerden niet alleen een fikse ledenwerving, maar kregen van de bevolking ook heel wat materiaal, kunstvoorwerpen maar ook historische en volkskundige realia. Op Kermiszondag 1 september 1929 werd het kringlokaal officieel ingehuldigd met een tentoonstelling van ‘Kunst, Oudheidkunde en Folklore’.

Algauw werd de ruimte te klein en zocht men naar een andere lokatie. De idee om een eigen museum in te richten zou voorgoed doorbreken toen bestuurslid Luc Matthijs in 1932 schepen van de stad werd en hij ervoor ijverde om KOK een nieuwe en ruimere thuis te bezorgen. Tegenover het noordelijk transept van de O.L.V.-kerk was in 1871 een gebouw opgetrokken waar de Deinse ‘Tekenschool’ verblijf had, samen met de ‘boterwaag’ en het vredegerecht.


Voorgevel van het zogenaamde ‘Oud Museum’, thans A. Saverijspand op het E. Clausplein

Het ‘Oud Museum’, interieur Plastische Kunsten. (Foto Studio Claerhout )

De afdeling ‘Oudheidkunde en Folklore’ in het Oud Museum. (Foto Studio Claerhout)

Midden WOII werd een verdieping van het gebouw aangepast om er het ‘Museum voor Schoone Kunsten van Latem en Leiestreek’ in te verwezenlijken. Om tal van redenen lag de organisatie van dit Museum in handen van de Stad Deinze.

KOK stond zijn eigen kunstwerken in bruikleen af en de toeziende Commissie, die ingesteld werd om het verder beheer van het museum te organiseren, werd bevolkt met mensen die allen uit KOK kwamen. Na de oorlog zou gaandeweg gans het gebouw door de collecties van KOK ingepalmd worden.

De oorlog was nog maar net voorbij toen op 11 juni 1949 druk overleg gepleegd werd om een nieuw museum te bouwen. Er werd zelfs gewezen op de Brielmeersen als mogelijke inplanting. Men schrok nog wel terug voor het prijskaartje, maar “iedereen bleek akkoord dat in afzienbare tijd het bouwen van een nieuw museum de enig goede en afdoende oplossing is”. De man die van bij het begin de stuwende kracht was achter de idee van een nieuw museum was Luc Matthijs, en hij zou niet nalaten er voortdurend voor te ijveren, zeker niet toen hij in 1964 zelf voorzitter van KOK werd. De stedelijke overheid was de idee wel genegen, maar huiverde voor de financiële implicaties. Matthijs forceerde hierin een ommezwaai door de vroede vaderen een indrukwekkend legaat voor ogen te spiegelen, op conditie dat… De plannen heeft voorzitter Matthijs nog gezien en goedgekeurd, maar de eerste steenlegging heeft hij helaas niet meer mogen meemaken.

Na zijn overlijden zou Germaine Matthijs- Declercq er voor zorgen dat het stadsbestuur onverwijld de droom van haar man tot stand zou brengen.

De inhuldiging had plaats op 28 november 1981 en sindsdien heeft de enorme inzet van conservator Veerle Van Doorne en haar medewerkers niet enkel gezorgd voor een ruime bekendheid van dit stedelijk museum, maar zij hebben ook bereikt dat dit museum sinds enkele jaren het statuut verkregen heeft van ‘regionaal museum’.

In 2011 volgde Trui Galle Veerle Van Doorne op als conservator en in 2016 werd Wim Lammertijn de nieuwe conservator van het museum dat ondertussen de roepnaam 'Mudel' kreeg.

Tot eind 2016 had de vereniging haar zetel in het museum, maar dank zij de goede samenwerking met het stadsbestuur beschikt Dunsa sedert eind 2016 opnieuw over een eigen ruimte in het Saverijspand.


Het Museum van Deinze en de Leiestreek aan de Luc Matthyslaan. (Foto Rik Vanderlinden)

De afdeling schilder- en beeldhouwkunst in het Museum van Deinze en de Leiestreek. (Foto Studio Claerhout)

De volkskundeafdeling in het Museum van Deinze en de Leiestreek. (Foto Studio Claerhout)
top